SPROOKJES

Schrijver: Schipperskind. Anja van Doorn van Buitenen. Johan van Doorn.
Coverontwerp: Schipperskind.
Illustraties: Schipperskind.
ISBN: 9789465017051
© Schipperskind Anja van Doorn van Buitenen.
© Johan van Doorn. De kip en de duif. De boom.
Het boek is te koop bij: www.bravenewbooks.nl
Bol.com en andere (online) boekhandels
Ook te bestellen via deze website.
De prijs is € 25,95
Hardcover
200 x 200mm
Een boek vol sprookjes over stoute elfjes, stoere zwaan, klein prinsesje, pratende boom, Het boek bevat negen sprookjes.

Maanelfje
Er was eens, heel lang geleden, een elfje dat altijd grappen en grollen uithaalde met de andere elfjes. Ze verstopte bijvoorbeeld de kleuren, die de elfjes nodig hadden om de paddenstoelen te verven. Of ze deed zout in de elfenthee in plaats van suiker. Soms verwisselde ze alle elfenjurkjes en strikjes. Dan deed ze de rode bij de groene en de gele bij de blauwe. Alle elfjes werden het echt wel een beetje zat dat ze zo plagerig was. Op een goede dag had ze weer èèn van haar grappen uitgehaald. Ze had in de bakkerij voor het elfenbrood het gist verwisseld met vuurkruid. De hele bakkerij ontplofte. Gelukkig was er niemand gewond. Deze grap was een beetje uit de hand gelopen en het was de elfenkoning ter ore gekomen. Het plagerige elfje moest bij de elfenkoning komen. De elfenkoning waarschuwde haar, dat als ze niet met haar vervelende grappen stopte, dan zou hij haar naar de maan verbannen. Dat was de ergste straf die een elfje maar kon krijgen. Daar schrok het stoute elfje wel van.

De kip en de duif.
Er was eens, heel lang geleden, een kip en een duif in die in onmin met elkaar die op een boerderij woonde. Die kip werd door de boerin Isabel genoemd. Steeds als Isabel in de buurt kwam van de duiventil riep de duif smalend naar beneden: "Ha, daar is ze weer." Met een hatelijke stem voegde hij er aan toe: "Ik ben zo blij dat ik niet zo minderwaardig ben als een kip. Je zal toch altijd maar moeten lopen en nooit eens vliegen." Hij schudde met zijn veren en vloog een klein rondje over het hoofd van de kip, die geschrokken in elkaar dook. Zoals altijd vloog de duif naar de overkant van de kleine ondiepe vijver en lachte vanaf de overkant. Isabel liet haar kop hangen en slofte verdrietig terug naar het kippenhok. Nu wilde het geval dat de boerin op een zekere dag van èèn van haar vriendinnen een grote Barnevelder kip kocht. Een prachtig dier met schitterende veren. Op de boerderij aangekomen was ze gelijk naar de ren gegaan om te kijken of er nog dames waren om fijn met te roddelen. Want ze was wel mooi en struis, maar niet hooghartig. In het hok zag ze de verdrietige kip die net weer van de duif had gehoord hoe minderwaardig ze wel niet was. "Kom, kom," zei onze Barneveldse dame en pikte gelijk een heerlijke worm van de vloer op, " kijk niet zo sippig kippig."